Molenaar

Draaiende molens leveren in het landschap een bijzonder beeld op. Ze zijn het domein van de molenaars en er komt heel wat bij kijken wil iemand voldoende opgeleid zijn om een molen te kunnen bedienen. Behalve van techniek moet een molenaar ook verstand hebben van het weer en het is van levensbelang dat hij ook rekening houdt met zaken die de veiligheid betreffen.

Molen De Onderneming in Wissenkerke met links molenaar Rinus Verhage, 1994. (ZB, Beeldbank Zeeland, coll. Rinus Verhage)

Molen De Onderneming in Wissenkerke met links molenaar Rinus Verhage, 1994. (ZB, Beeldbank Zeeland, coll. Rinus Verhage)Molen De Onderneming in Wissenkerke met links molenaar Rinus Verhage, 1994. (ZB, Beeldbank Zeeland, coll. Rinus Verhage)

De verschillende typen molens, zoals korenmolens, houtzaagmolens en oliemolens, vragen elk een andere soort bediening. Een aantal principes zijn hetzelfde, maar een molenaar moet ook over specifieke vaardigheden beschikken die horen bij de bediening van een bepaald type molen.

Vangen en kruien

De molenaar regelt de draaisnelheid van de wieken door zeilen op de wieken te leggen. Daarvoor klimt hij in de onderste wiek en maakt hij de opgerolde zeilen los. Daarna gooit hij de ketting los waarmee de onderste molenroede is vastgemaakt en komt de volgende wiek naar beneden te staan. Dan klimt hij in deze wiek om de zeilen los te maken en zo gaat dat wiek voor wiek. De wieken worden in beweging gezet door het vangtouw los te maken, dat zich aan de achterkant van de molen bevindt. Door het draaien van de wieken wordt binnenin de molen het malen of zagen in gang gezet.

Korenmolen Vogelzicht in Kuitaart met molenaar Wies van Jole, 1977. (ZB, Beeldbank Zeeland, foto C. de Boer, dagblad De Stem)

Korenmolen Vogelzicht in Kuitaart met molenaar Wies van Jole, 1977. (ZB, Beeldbank Zeeland, foto C. de Boer, dagblad De Stem)Korenmolen Vogelzicht in Kuitaart met molenaar Wies van Jole, 1977. (ZB, Beeldbank Zeeland, foto C. de Boer, dagblad De Stem)

Wanneer de wind van richting verandert, wordt de molen verkruid met behulp van een rad onderaan de staart. De molenaar legt de ketting die aan de onderkant van de staart is vastgemaakt om een van de kruipalen en windt deze een stuk op door aan het windrad of kruirad te draaien. Kap met staart en wiekenkruis draaien dan in de gewenste richting. De molenaar zet de molen stil met de vang, de reminstallatie die buiten achter de molen bediend wordt. Door het vangtouw omlaag te trekken, gaat de molen steeds langzamer draaien. Het is belangrijk dat dat niet te snel gebeurt, want anders kan de molen door oververhitting in brand vliegen.

Molentaal

De stand van de wieken vertelt een verhaal. In een normale ruststand staat de molen met één wiek aan de grond. Molens die voor kortere rijd in rust staan, staan vaak met één wiek recht naar beneden. Staan de wieken in een kruis, dan is de molen voor langere tijd in rust. Bij een sterfgeval zet de molenaar de molen in de rouw, dat wil zeggen dat hij tot dertig graden verder doordraait dan de normale ruststand met één wiek aan de grond. Is het daarentegen feest, dan zet de molenaar de molen met de wiek vrij kort vóór tot zo’n dertig graden vóór de normale ruststand.

Lees hier de uitvoerige beschrijving door Jan Zwemer van het werk van een molenaar op een korenmolen.

Het ambacht van molenaar is, na eerder al te zijn geplaatst op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed, op 7 december 2017 geplaatst op de internationale representatieve lijst van immaterieel cultureel erfgoed van UNESCO.

This site is registered on wpml.org as a development site.